DIAGNOSTIEK

Diagnostiek

Kransslagaders

Het hart is een spier die het bloed doet circuleren in het lichaam. Zoals elk orgaan heeft het hart zuurstofrijk bloed nodig om te kunnen functioneren. Dit bloed wordt aangevoerd via de kransslagaders die vertrekken vanuit de aorta, net boven het hart.


Er zijn meestal twee kransslagaders aanwezig. De rechterkransslagader draait langs rechts om het hart. De linkerkransslagader splitst meestal vanuit een hoofdstam in twee grote takken: de LAD die over de voorkant tot aan de punt van het hart loopt en de circumflex die langs de zijkant loopt. Deze hoofdtakken splitsen op hun beurt in kleinere zijtakken. Er bestaan echter veel anatomische variaties.


Vernauwing

Vernauwing van de rechterkransslagader kan aanleiding geven tot zuurstoftekort in de rechterhartspier en in de onderwand van de linkerhartspier. Vernauwing van de LAD leidt meestal tot zuurstoftekort in de voorwand van het linkerhart. Vernauwing van de circumflex kan aanleiding geven tot zuurstoftekort in de zij- en achterkant van het linkerhart.


Als een vernauwing geleidelijk toeneemt, zullen klachten van hartkramp (‘angor’) optreden, meestal eerst bij inspanningen, pas in een later stadium ook in rust. Bij typische hartkramp is er sprake van een drukkende of nijpende pijn op de borst, die vaak uitstraalt naar de keel of de armen. Klachten van hartkramp zijn echter niet altijd duidelijk herkenbaar. Zuurstoftekort kan zelfs helemaal geen klachten geven.


Hartkramp kan een voorbode zijn van een hartinfarct, dat gelijkaardige maar hevigere klachten geeft die niet spontaan verdwijnen. Een hartinfarct ontstaat bij een plotse verstopping van een kransslagader, meestal door vorming van een bloedklonter in een reeds bestaande vernauwing. Als het bloedvat dan niet snel wordt opengemaakt, zal blijvende beschadiging met littekenvorming optreden in het bevloeide spiergebied.

Hartkatheterisatie

Een hartkatheterisatie wordt uitgevoerd om met zekerheid vernauwingen op de kransslagaders uit te sluiten of aan te tonen. Het onderzoek gebeurt in een speciaal ingerichte katheterisatiezaal, ook wel cathlab genoemd. Met behulp van röntgenstralen worden filmpjes gemaakt vanuit verschillende hoeken terwijl men rechtstreeks contraststof in de kransslagader spuit. Ook de pompfunctie van het hart en bepaalde kleplekken kunnen via een hartkatheterisatie in het licht worden gesteld. De filmpjes worden digitaal bewaard en kunnen achteraf opnieuw bekeken worden.


Om de kransslagaders te kunnen filmen, moet men eerst een toegang maken in een slagaderlijk bloedvat, meestal in de pols of de lies . Nadat de patiënt steriel onder een doek is afgedekt, wordt onder lokale verdoving een buisje uit kunststof ('sheath') in het bloedvat geplaatst. Via deze sheath kunnen doorheen de slagader langere buisjes uit kunststof (katheters) worden geschoven tot in de oorsprong van de kransslagaders of via de aortaklep tot in de linkerhartkamer. Via deze katheters kan de cardioloog contraststof inspuiten en drukmetingen uitvoeren.

Via pols of lies ?


Een hartkatheterisatie kan via de pols of via de lies worden uitgevoerd.

Na een procedure via de pols krijgt de patiënt een compressief armbandje dat na 4 tot 6 uur verwijderd wordt. Bedrust is niet noodzakelijk. Het risico op een ernstige bloeding ter hoogte van de punctieplaats is ook lager. Nadeel van de polsprocedure is dat het armbloedvat wel eens in kramp kan gaan waardoor de manipulatie van de katheter moeilijk en pijnlijk wordt. Om dit probleem zoveel mogelijk te voorkomen, wordt via het kunststof buisje (sheath) steeds een combinatie van vaatverwijdende medicatie toegediend, wat kortstondig een pijnlijk gevoel in de arm geeft.

Na een procedure via de lies zijn minimum enkele uren bedrust aangewezen. Als krachtige bloedverdunners worden toegediend, moet de patiënt langer in bed blijven. De duur kan verkort worden door gebruik van een mechanisch sluitingssysteem, een soort plugje. Dit kan echter niet bij iedereen worden geplaatst.

Of de procedure via pols of lies wordt uitgevoerd, wordt steeds bepaald door de behandelende interventiecardioloog.

Share by: