BEHANDELINGEN

Behandelingen

Als één of meerdere ernstige vernauwingen op een kransslagader worden vastgesteld, zijn drie behandelingsstrategieën mogelijk.


  1. Een medicamenteuze behandeling
  2. Plaatsing van één of meerdere stents
  3. Een overbruggingsingreep (bypassoperatie)


Welke behandeling de cardioloog voorstelt, is afhankelijk van verschillende factoren: aard van de klachten, aantal vernauwingen, complexiteit van letsels, geassocieerd kleplijden, fysieke draagkracht van de patiënt, etc. De gekozen behandelingsstrategie wordt steeds besproken met de patiënt.


Ballondilatatie en stenting kunnen in het Kempens Hartcentrum in Turnhout worden uitgevoerd. Deze behandeling gebeurt meestal in aansluiting op het diagnostische onderzoek. Voor de heelkundige ingrepen werkt het hartcentrum voornamelijk samen met de dienst cardiale heelkunde van het UZ Leuven campus Gasthuisberg.

Bekijk informatiebrochure

Ballondilatatie & stenting

Ballondilatatie en stenting (ook PTCA genoemd) gebeuren meestal in aansluiting op het diagnostische onderzoek. Via een aangepaste katheter wordt een fijn, dun draadje voorbij de vernauwing geschoven. Over dit draadje kunnen ballonnetjes tot in de vernauwing worden gegleden en daar worden opgeblazen. Een ballonnetje wordt steeds weer afgelaten en verwijderd.


Ballondilatatie wordt bijna altijd gevolgd door het plaatsen van een stent. Dit is een dun metalen veertje dat op een ballonnetje gemonteerd wordt en in de kransslagader tot ontplooiing wordt gebracht. Dit is precisiewerk, vermits de diameter van een kransslagader slechts enkele millimeter is. Vaak wordt onmiddellijk een stent geplaatst zonder voorafgaande ballondilatatie. Een metalen stent blijft levenslang in de bloedvatwand aanwezig en wordt geleidelijk met lichaamseigen cellen bedekt.


De laatste jaren wordt eigenlijk systematisch een met medicatie bedekte stent geplaatst. De medicatie wordt plaatselijk in de kransslagader vrijgegeven en vermindert de kans op een terugkerende vernauwing ter hoogte van de stent.


Om klontervorming in een stent tegen te gaan, schrijft de cardioloog krachtige bloedverdunners voor (Plavix, Efient, Brilique). Het is belangrijk dat de patiënt de bloedverdunners trouw inneemt tijdens de voorgeschreven periode. Vroegtijdig stoppen met de inname van bloedverdunners mag enkel op advies van de cardioloog.

Overbruggingsingreep

Een overbruggingsingreep of bypassoperatie vindt plaats onder volledige narcose. Al dan niet met behulp van een hart-longmachine worden nieuwe vaatverbindingen aangebracht op de kransslagaders, om de vernauwing heen. Voor het creëren van deze verbindingen wordt meestal gebruik gemaakt van de slagaderlijke vaten die normaal de borstkas van bloed voorzien (de zogenaamde ‘mammariae’) en van de veneuze vaten uit de benen.



Een heelkundige ingreep is op korte termijn meer belastend voor de patiënt. Het gaat immers om openhartchirurgie. Bij uitgebreide aantasting van de kransslagaders is het echter vaak de beste behandeling op lange termijn. Als de patiënt in goede algemene gezondheid verkeert, is het risico op ernstige complicaties laag. Het aantal overbruggingen staat niet noodzakelijk in verhouding tot de ernst van de aandoening of de zwaarte van de ingreep.



Klepherstel & -vervanging

Wanneer op basis van echocardiografie en/of hartkatheterisatie een ernstige klepafwijking wordt vastgesteld, kunnen de artsen beslissen om een heelkundig klepherstel of klepvervanging te laten uitvoeren. Zijn er ook ernstige vernauwingen op de kransslagaders, dan wordt meestal gemengde klep- en bypasschirurgie voorgesteld. Er kan ook een ‘hybride’ behandeling worden uitgevoerd met klepheelkunde voorafgegaan of gevolgd door ballondilatatie en stenting.


Bepaalde klepingrepen kunnen op minimaal invasieve wijze worden uitgevoerd via een kijkoperatie. De voordelen hiervan zijn kleinere littekens, een korter ziekenhuisverblijf en een snellere revalidatie. In uiterst selectieve gevallen wordt wel eens een klepvervanging via slagaderlijke weg voorgesteld. In de toekomst bestaat de kans dat de indicaties voor deze minder invasieve ingrepen zullen uitbreiden.
Voor cardiale heelkunde werkt het Kempens Hartcentrum voornamelijk samen met het
UZ Leuven campus Gasthuisberg. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen onze interventiecardiologen en de hartchirurgen in Leuven, die online toegang hebben tot de gegevens en angiografiebeelden van onze patiënten. 

Share by: